Verwachte wijzigingen in de wereldpolitieke situatie

J.J.C. Voorhoeve

1. Internationale politiek is slecht voorspelbaar. Verscheidene factoren werken tegelijkertijd. Autocratische heersers worden vaak optimistisch ingeschat. De economie is op korte termijn meestal wel te voorspellen. Relatief stabiele factoren zijn de bevolkingsgroei of krimp, en de vraag naar energie, grondstoffen en voedsel. Technologie jaagt de processen aan, maar lost geen bestuurlijke en ethische vragen op. Rechtsordelijke, democratische staten vormen een minderheid. Het is nodig de ontwikkelingen klinisch in te schatten.

2. Rusland verkeert in de laatste fase van een zgn. grote mogendheid. De economie is kleiner dan die van de Benelux en gericht op fossiele energie-uitvoer en wapens. De oorlog vaagt een halve generatie jonge mensen weg. Hoe lang de huidige leiding van het Kremlin nog duurt, is onzeker. Kremlinologen vergissen zich vaak. De sterkste macht in Rusland is het stelsel van geheime diensten. Een burgeroorlog is gevaarlijk omdat het onduidelijk zal zijn wie de kermacht overneemt. Rusland wordt economisch afhankelijk van China. Oekraïne houdt stand maar of het Rusland kan verslaan en alle bezette gebieden kan heroveren is onzeker.

3. Er is weer een Koude Oorlog, enerzijds tussen China en de staten die sterk onder Beijings invloed staan, en anderzijds de VS en de NAVO staten. De digitale penetratie van China in Westerse landen zal worden beperkt.

4. Voor militaire macht zijn inlichtingen, digitale systemen, drones en ruimtewapens bepalend, naast kernwapens. Er zijn nu 9 kernmachten. Het risico van kernwapenexplosies wordt i.h.a. onderschat.

5. De EU is geen machtsfactor, behalve op economisch gebied door haar grote markt. Zij wordt vooralsnog geen zelfstandige militaire factor.

6. De stroom van overlevingsmigranten naar de OESO lidstaten zal sterk groeien door  (burger)oorlogen, slecht bestuur, etnische en godsdienstige strijd, armoede, bevolkingsgroei en klimaatopwarming. Anderhalf miljard mensen wonen in kwetsbare kustgebieden.  Het migratiebeleid in de EU zal een combinatie moeten zijn van afremmen, hervestiging in enkele immigratiegebieden,  en opnemen/integreren.  De meest succesvolle staten op lange termijn zullen zij zijn die migranten goed (her)opleiden voor de eigen arbeidsmarkt.

7. De invloed van kunstmatige intelligentie op markten en machtsstrijd neemt toe. Ook militaire systemen worden van AI afhankelijk. In crises zullen sommige besluiten in een fractie van een minuut  moeten worden genomen.

8. Het ideaal van democratie waarbij wekelijks de mening van de meerderheid  beslissend is levert geen optimaal beleid.  Delegatie van bevoegdheden en controle door vertegenwoordigende raden blijft nodig. In nieuwe soorten noodsituaties kan ook de oude wetgeving niet steeds een goed kompas zijn, omdat er in dichte mist moet worden gereden op een nog niet verkende weg.

9. Politieke partijen en regeringen hebben meestal een zicht van max. vier jaar. Het bedrijfsleven kampt eveneens met onzekere horizonten. Wie zorgt voor de lange termijn? Het is nuttig wetenschappelijke adviesraden meer aandacht te geven, al kunnen die zich ook vergissen.

10. De meeste OESO landen zijn relatief een paradijs, al klagen de  inwoners veel. De kunst is deze landen op orde te houden. De VN is meestal machteloos en ook de EU kan Europa niet beschermen. Wel de NAVO. De beste samenwerkingsvorm blijft de Noord-Atlantische. De hoofdfactor die vooruitgang van welzijn en welvaart bepaalt is: verantwoordelijk landsbestuur.